Wat is een hemimegaencefalie?
Een hemimegaencefalie is een aanlegstoornis van de hersenen waarbij één hersenhelft veel groter wordt aangelegd dan de andere hersenhelft.
Hoe wordt een hemimegaencefalie ook wel genoemd?
Een hemimegaencefalie wordt ook wel een unilaterale megaencefalie genoemd.
Unilateraal betekent aan een kant van het lichaam. Mega betekent groot en encefalie is de medische term voor hersenen. Hemi is de medische term voor halfzijdig.
Hemimegaencefalie wordt ook wel afgekort met de letters HME.
Gelokaliseerde hemimegaencefalie
Soms is maar een deel van een hersenhelft groter dan gebruikelijk en is het andere deel normaal van vorm en grootte. Dan wordt gesproken van een gelokaliseerde hemimegaencefalie.
Totale hemimegaencefalie
Ook kan het zijn dat niet alleen helft van de grote hersenen een grotere omvang heeft dan gebruikelijk, maar dat dit ook geldt voor de kleine hersenen en de hersenstam. Dan wordt gesproken van een totale hemimegaencefalie omdat de totale helft van de hersenen dan groter is dan gebruikelijk. Sommige mensen gebruiken ook de term diffuse hemimegaencefalie.
Hoe vaak komt een hemimegaencefalie voor bij kinderen?
Het is niet goed bekend hoe vaak een hemimegaencefalie voorkomt bij kinderen. Het is een zeldzaam voorkomende hersenaandoening.
Met behulp van de steeds verbeterende MRI-technieken kunnen steeds beter milde vormen van hemimegaencefalie worden ontdekt worden bij kinderen waarbij dat voorheen nog niet mogelijk was. Dit is wel een groep kinderen die meestal minder klachten heeft.
Bij wie komt een hemimegaencefalie voor?
Een hemimegaencefalie is al vanaf de geboorte aanwezig. Een hemimegaencefalie hoeft niet direct na de geboorte klachten te geven, de klachten kunnen ook pas op latere leeftijd ontstaan. Bij sommige kinderen is dit enkele weken na de geboorte, bij andere kinderen pas na enkele jaren. Dit zal samenhangen met de ernst van de hemimegaencefalie. Hemimegaencefalie komt vaker voor bij kinderen die een bepaald syndroom hebben waar de hemimegaencefalie onderdeel vanuit maakt. Zo wordt hemimegaencefalie vaker gezien bij kinderen met neurofibromatose type I, tubereuze sclerose, Cowden syndroom, Sturge-Weber syndroom, Hypomelanosis van Ito, Proteus syndroom, Epidermal Naevus syndroom, Delleman syndroom of Gorlin syndroom. Kenmerkend aan al deze syndromen is dat ze gepaard gaan met kenmerkende huidafwijkingen. Deze zijn lang niet altijd al bij de geboorte aanwezig, maar ontstaan in tijdens de kinderleeftijd.
Van alle kinderen met een hemimegaencefalie heeft de helft van de kinderen een onderliggende syndroom en de andere helft van de kinderen niet.
Zowel jongens als meisjes kunnen een hemimegaencefalie hebben.
Wat is de oorzaak van een hemimegaencefalie?
Verkeerde aanleg van de hersenen
De hersenen worden al vroeg in de zwangerschap aangelegd. In de derde week van de zwangerschap is al een voorstadium aangelegd van de verschillende onderdelen van de hersenen. Het gedeelte van de voorloperhersenen waaruit later de grote hersenen zullen ontstaan wordt het prosencefalon genoemd. In de vijfde zwangerschapsweek deelt dit gedeelte zich in twee delen: een rechter deel en een linker deel. Daarna ontwikkelt een hersenhelft zich blijkbaar anders dan de andere hersenhelft. Waarschijnlijk komt dit door een verandering in het erfelijk materiaal die aanwezig is in de afwijkende hersenhelft en niet in de “normale” hersenhelft.
Bij het kind zelf ontstaan
De fout in het erfelijk materiaal die zorgt voor het ontstaan van een hemimegaencefalie is meestal bij het kind zelf ontstaan na de bevruchting van de eicel en de zaadcel. De fout is dus niet overgeërfd van een van de twee ouders.
Fout in erfelijk materiaal
Een baby ontstaat uit de samensmelting van een eicel met een zaadcel. Het erfelijk materiaal van de eicel en de zaadcel wordt samengevoegd. Daarna gaat deze ene cel zich verdelen in twee cellen. Hiervoor wordt eerst al het erfelijk materiaal verdubbeld en vervolgens verdeeld over beide cellen. Vervolgens ontstaan uit die twee cellen, vier cellen en uit die vier cellen acht cellen en zo verder. Bij elke stap moet het erfelijk materiaal worden verdubbeld en verdeeld. Hierin worden fouten gemaakt. Meestal worden deze fouten weer hersteld, maar soms wordt een fout niet hersteld. Waarschijnlijk ontstaat bij kinderen met een hemimegaencefalie op een gegeven moment een fout in een cel waaruit later een hersenhelft ontstaat, in de cel waarin de andere hersenhelft ontstaat is geen fout aanwezig.
Deze ene cel met de fout deelt zich verder en aan elke nakomenlingcel wordt dezelfde fout doorgegeven. Zo hebben alle hersencellen in die ene hersenhelft dezelfde fout.
Inmiddels zijn zo een paar foutjes ontdekt die kunnen zorgen voor het ontstaan van een hemimegaencefalie. Dit zijn foutjes in stukjes erfelijk materiaal die AKT3, PIK3CA, PIK3R2 en MTOR worden genoemd. Deze stukjes erfelijk materiaal spelen een belangrijke rol bij de aanleg van de hersenen.
Veranderde aanleg van de hersenen
Door de fout in het erfelijk materiaal verloopt de aanleg van de hersencellen in de ene hersenhelft niet goed. De hersencellen groeien niet goed, verplaatsen zich afwijkend door de hersenen heen, komen op de verkeerde plek te liggen en ook verdwijnt niet een deel van de hersencellen zoals normaal wel gebruikelijk is, doordat hersencellen die niet goed werken of niet nodig verdwijnen. Hierdoor bevat de afwijkende hersenhelft te veel cellen en afwijkende cellen waardoor de afwijkende hersenhelft groter is dan gebruikelijk.
Onderdeel van een syndroom
Hemimegaencefalie is vaak onderdeel van een syndroom. Deze syndromen worden meestal ook veroorzaakt door een fout in het erfelijk materiaal. Syndromen die regelmatig voorkomen neurofibromatose type I, tubereuze sclerose, Cowden syndroom, Sturge-Weber syndroom, Hypomelanosis van Ito, Proteus syndroom, Epidermal Naevus syndroom, Delleman syndroom, Klippel-Trenaunay syndroom, congenital infiltrating lipomatosis of the face of het Gorlin syndroom.
Bij deze syndromen zijn ook vaak foutjes aanwezig in de stukjes erfelijk materiaal die AKT3, PIK3CA, PIK3R2 en MTOR worden genoemd. Maar dan zijn de foutjes niet alleen in de hersencellen aanwezig, maar in veel meer of in alle lichaamscellen.
Niet erfelijke factoren
Waarschijnlijk spelen naast verandering in het erfelijk materiaal, ook nog andere factoren een rol bij het ontstaan van een hemimegaencefalie zoals het doormaken van een infectie tijdens de zwangerschap, het gebruik van alcohol of bepaalde medicijnen tijdens de zwangerschap, een verstoorde doorbloeding van de hersenen door problemen met de moederkoek of een niet goed ingestelde suikerwaarde bij een zwangere met suikerziekte
Afwijkingen aan andere organen
De foutjes in het erfelijk materiaal kunnen ontstaan in cellen waaruit zich later hersencellen ontwikkelen, maar ook in cellen waaruit later andere onderdelen van het lichaam ontstaan zoals huidcellen of cellen van een bepaald orgaan. Kinderen met een hemimegaencefalie hebben daarom vaker huidafwijkingen of een aanlegstoornis van andere organen in het lichaam.
Wat zijn de symptomen van een hemimegaencefalie?
Grote variatie
Er bestaat een grote variatie in de hoeveelheid en de ernst van de symptomen die een hemimegaencefalie veroorzaakt. De hoeveelheid symptomen hangt sterk samen met de uitgebreidheid van de aanlegstoornis van de hersenen.
Lage spierspanning
Baby’s met een hemimegaencefalie hebben vaak een lage spierspanning. Ze voelen slap aan en moeten goed ondersteund worden wanneer ze opgetild worden. Soms valt op babyleeftijd al op dat een kant van het lichaam slap is, terwijl de andere kant van het lichaam een normale spierspanning heeft.
Spasticiteit
Bij het ouder worden neemt de spierspanning in de spieren geleidelijk toe en ontstaat spasticiteit in de spieren. De spieren worden stijf en zijn niet meer soepel. Dit bemoeilijkt het bewegen. Vergroeiing van de gewrichten kan dan voorkomen.
Halfzijdige verlamming
Een deel van de kinderen heeft een halfzijdige verlamming van de spieren aan de andere kant van het lichaam dan waar de hemi-megaencefalie aanwezig is. Een hemimega-encefalie rechts zorgt dus voor een halfzijdige verlamming links.
Kinderen met een hemimegaencefalie hebben vaak een ontwikkelingsachterstand. Ze ontwikkelen zich veel trager dan kinderen die deze hersenafwijking niet hebben. Zij gaan later rollen, zitten, staan en praten, als ze dit al leren.
Voedingsproblemen
Veel kinderen met een holoprosencefalie hebben problemen met drinken. Het drinken gaat moeizaam, kinderen verslikken zich gemakkelijk en spugen komt vaak voor. Ook het terugstromen van voeding van de maag naar de slokdarm komt regelmatig voor, dit wordt reflux genoemd.
Epilepsie
Het merendeel van de kinderen met een hemimegaencefalie heeft last van epilepsie-aanvallen. Vaak beginnen deze epilepsie aanvallen al op jonge leeftijd voor de leeftij van een jaar. Kinderen krijgen dan bepaalde type epilepsie aanvallen die kunnen horen bij een moeilijk behandelbaar epilepsie syndroom zoals het Otahara syndroom of het West syndroom. Ook andere type epilepsie aanvallen kunnen voorkomen.
Huidafwijkingen
Een op de drie kinderen met een hemimegaencefalie heeft ook typische huidafwijkingen. Dit wordt vaak gezien bij kinderen waarbij de hemimegaencefalie onderdeel is van een syndroom. Soms komen lichtbruin gekleurde vlekken op de huid voor, soms ontkleurde vlekken of juist rode verkleuring van de huid. Kinderen hebben in de regel geen last van deze huidafwijkingen. Wel kunnen ze een belangrijke aanwijzing zijn voor het bestaan van een onderliggende syndroom.
Grotere lichaamsdelen
Bij een deel van de kinderen is niet alleen de hersenhelft groter dan gebruikelijk, maar zijn ook bijvoorbeeld een arm en of een been groter dan gebruikelijk. Dit wordt hemihypertrofie genoemd. Ook kan een kant van het gezicht groter zijn dan de andere kant.
Andere aangeboren afwijkingen
De helft van de kinderen met een hemimegaencefalie heeft ook andere aangeboren afwijkingen.
Groter hoofd
Kinderen met een hemimegaencefalie hebben vaak een grotere hoofdomvang dan gebruikelijk voor de leeftijd. Vaak is het hoofd aan een kant nog groter dan aan de andere kant.
Door het grote hoofd is optillen van het hoofdje lastiger omdat het hoofd relatief zwaar is. Ook kan het lastig zijn kleertjes aan te trekken die over het hoofd heen moeten.
Problemen met zien
Als gevolg van de hemimegaencefalie kunnen de hersenbanen die zorgen dat kinderen goed kunnen zien verstoord raken, waardoor slechtziend kan voorkomen. Soms zien kinderen alleen een kant van het beeld niet goed.
Gedragsproblemen
Bij kinderen met een hemimegaencefalie komen vaker gedragsproblemen voor, zoals in zelf gekeerd zijn, in een eigen wereldje leven een verminderde concentratie, een verhoogde afleidbaarheid, druk gedrag en impulsiviteit.
Slaapproblemen
Een deel van de kinderen met een holoprosencefalie heeft problemen met slapen. Soms zijn er problemen met het inslaap vallen, andere kinderen worden ’s nachts vaak wakker of worden ’s ochtends vroeg wakker.
Achterblijvende groei
Kinderen met een hemimegaencefalie kunnen als gevolg van de voedingsproblemen slechter groeien en daardoor licht van gewicht en klein van lengte zijn.
Vatbaar voor infecties
Kinderen met een hemimegaencefalie zijn vaak vatbaarder voor infecties. Ze hebben vaker infecties van de luchtwegen, de longen en de oren. Dit komt voor een deel ook omdat kinderen zich regelmatig verslikken in hun speeksel of in voeding.
Hoe wordt de diagnose hemimegaencefalie gesteld?
Verhaal en onderzoek
Aan de hand van het verhaal van een kind en de bevindingen bij onderzoek kan worden vermoed dat de hersenen niet zo functioneren als zou moeten. Wat de oorzaak hiervan is, is meestal niet goed te zien aan de buitenkant van de hersenen. Daarvoor is een scan van de hersenen nodig.
MRI-scan van de hersenen
Op een MRI-scan van de hersenen is te zien dat de ene hersenhelft groter is dan de andere. Soms is alleen een deel van de hersenhelft groter dan gebruikelijk. Dit wordt gelokaliseerde hemimegaencefalie genoemd. Soms is een kant van de kleine hersenen ook groter dan gebruikelijk, bij andere kinderen zijn de kleine hersenen gewoon normaal van grootte.
De grote hersenhelft is anders van vorm dan gebruikelijk. Vaak zijn er veel minder windingen zichtbaar aan de buitenkant van de hersenen. Dit wordt een pachygyrie genoemd. Ook is het buitenste laagje van de hersenen, de hersenschors, dikker dan gebruikelijk.
De hersenholte is vaak ook aan de kant van de vergrote hersenhelft groter dan gebruikelijk en vaak ook hoekiger van vorm.
Een deel van de kinderen heeft ook afwijkingen in de hersenhelft die normaal van grootte is.
Bloedonderzoek
Met behulp van bloedonderzoek kan het erfelijk materiaal van de cellen worden onderzocht. Vaak wordt eerst gekeken of er foutjes worden gevonden in een van de chromosomen.
Oogarts
Kinderen met een hemimegaencefalie hebben vaak afwijkingen aan de ogen en problemen met zien. Daarom zullen veel kinderen een keer gezien worden door de oogarts.
EEG
Bij kinderen met epilepsie aanvallen zal vaak een EEG (hersenfilmpje worden gemaakt). Op het EEG worden epileptiforme afwijkingen gezien. Deze afwijkingen zijn niet kenmerkend voor een hemimegaencefalie, maar kunnen bij allerlei vormen van epilepsie gezien worden. Het EEG kan aanwijzingen laten zien voor de aanwezigheid van epilepsie syndromen zoals het syndroom van West of het syndroom van Lennox-Gastaut.
Hoe wordt een hemimegaencefalie behandeld?
Geen genezing
Er is geen behandeling die een hemimegaencefalie kan genezen. De behandeling is er op gericht de hinderlijke symptomen als gevolg van de hemimegaencefalie zo veel mogelijk te onderdrukken of om het kind er zo goed mogelijk mee te leren om gaan.
Vaak worden diverse medicijnen voorgeschreven om te voorkomen dat kinderen met een hemimegaencefalie epileptische aanvallen krijgen. Diverse medicijnen, de zogenaamde anti-epileptica kunnen hiervoor gebruikt worden. Het is vaak lastig om de epilepsie aanvallen te onderdrukken met medicijnen. Vaak zijn combinaties van verschillende medicijnen nodig en dan nog lukt het bij een aanzienlijk deel van de kinderen niet om er voor te zorgen dat er geen of maar weinig epilepsie aanvallen meer voorkomen.
Epilepsiechirurgie
Een goede behandelmogelijkheid voor epilepsie bij kinderen met een hemimegaencefalie is een operatie waarbij de te grote hersenhelft wordt weggehaald of waarbij er voor gezorgd dat de te grote hersenhelft niet meer in verbinding staat met de normale hersenhelft.
Vooral jonge kinderen komen in aanmerking voor een dergelijke ingrijpende operatie.
Andere behandelingen
Wanneer medicijnen onvoldoende werken en een operatie niet tot de mogelijkheden behoort bestaan er nog andere behandeling die kunnen helpen er voor te zorgen dat kinderen minder last hebben van epilepsie aanvallen zoals een ketogeen dieet, behandeling met methylprednisolon, immuunglobulines of een nervus vagusstimulator.
Een fysiotherapeut kan helpen om de ontwikkeling zo veel mogelijk te stimuleren. Ook kan de fysiotherapeut adviezen geven hoe vergroeiingen van de gewrichten als gevolg van deze verhoogde spierspanning zo veel mogelijk voorkomen kan worden.
Een logopedist kan helpen bij het stimuleren van de taalontwikkeling. Ook kan de logopediste andere vormen van communicatie aanbieden bijvoorbeeld door middel van gebaren of plaatjes. De logopediste kan adviezen geven bij voedingsproblemen. Soms lukt het drinken beter door middel van een speciale speen op de fles.
Met behulp van diverse therapieën zoals fysiotherapie, logopedie en ergotherapie wordt geprobeerd zo goed mogelijk om te gaan met de problemen die een kind heeft als gevolg van hemimegaencefalie. De revalidatiearts coördineert deze behandelingen. Soms gaan kinderen een of enkele dagen per week naar het revalidatiecentrum om op een dag meerdere behandelingen te krijgen. Ook kunnen diverse hulpmiddelen helpen om zo goed mogelijk te functioneren.
School
Veel kinderen met een hemimegaencefalie hebben problemen met leren en bezoeken een school voor speciaal onderwijs. Sommige kinderen kunnen naar het gewone basisonderwijs al dan niet met een speciaal “rugzakje”. Een groot deel van de kinderen heeft een dusdanige ontwikkelingsachterstand dat zij niet kunnen leren, zij gaan vaak naar een dagcentrum waar activiteiten en therapie kunnen plaats vinden.
Oogarts
De oogarts kan zorgen voor hulpmiddelen waarmee een kind zo goed als mogelijk is kan zien.
Ook bestaat er speciale begeleiding voor kinderen met een visuele handicap die allerlei adviezen kunnen hebben voor het kind en zijn ouders of verzorgers. Deze begeleiding kan verzorgd worden door bijvoorbeeld Visio.
Spasticiteit
Er bestaan ook diverse medicijnen die de verhoogde spierspanning en spasticiteit kunnen verminderen. Het meest gebruikte medicijn hiervoor is baclofen. Er wordt gezocht naar een dusdanige dosering baclofen waarbij de spierspanning verlaagd wordt zodat bewegen makkelijker wordt zonder dat de spieren te slap worden. Er bestaan ook andere medicijnen die spierspanning kunnen verlagen zoals dantrium, Artane, benzodiazepines of botulinetoxine-injecties.
Orthopeed
Bij ernstige spasticiteit kan een orthopeed een behandeling verrichten waardoor de gevolgen van de spasticiteit verminderen.
Infecties
Bij kinderen met terugkeren infecties kan een lage dosis antibiotica helpen om infecties te voorkomen.
Diëtiste
Wanneer kinderen met een hemimegaencefalie onvoldoende groeien, kan een diëtiste kijken hoe met energieverrijkte voeding toch voor een voldoende groei kan worden gezorgd.
Sondevoeding
Wanneer drinken ondanks een speciale speen niet goed lukt of te veel energie kost, kan het nodig zijn om een deel van de voeding te geven via een sonde. De sonde loopt via de neus en de keel naar de maag toe. Wanneer langere tijd een sonde nodig is, kan er voor gekozen worden om door middel van een kleine operatie een sonde via de buikwand rechtstreeks in de maag aan te brengen. Zo’n sonde wordt een PEG-sonde genoemd.
Reflux
Terugstromen van voeding en zuur vanuit de maag naar de slokdarm kan spugen veroorzaken en irritatie van de slokdarm veroorzaken. Reflux wordt daarom vaak behandeld met medicijnen die de maaginhoud minder zuur maken en medicijnen die er voor zorgen dat de maag sneller leeg loopt in de richting van de darmen. Wanneer deze behandelingen onvoldoende helpen tegen reflux, is het soms nodig een operatie te verrichten waarbij de ingang van de maag nauwer gemaakt wordt, zodat de inhoud van de maag minder snel terug kan stromen naar de slokdarm.
Gedragsproblemen
Een gedragsmatige aanpak helpt vaak voor veel gedragsproblemen. Een orthopedagoog of een psycholoog kunnen hierbij ondersteuning geven. Soms kan medicatie, zoals dipiperon of risperidon een ondersteunend effect hebben.
Begeleiding
Begeleiding en ondersteuning van ouders van een kind met een hemimegaencefalie is ook heel belangrijk. Door het plaatsen van een oproepje op het forum van de site of via de patiëntenvereniging BOSK kunnen ouders in contact komen met andere ouders met dezelfde aandoening of met andere aandoeningen die vergelijkbare problemen geven. Een maatschappelijk werkende of een psycholoog kan begeleiding geven bij het verwerken van de diagnose en om de ziekte een plaats te geven in het leven.
Wat betekent het hebben van een hemimegaencefalie voor de toekomst?
Blijvende beperkingen
Kinderen met hemimegaencefalie zullen hun hele leven blijvende beperkingen ondervinden als gevolg van de hemimegaencefalie De ernst van deze beperkingen kan variëren.
Epilepsie
Veel kinderen houden last van epilepsieaanvallen. Wanneer het niet lukt om de epilepsie aanvallen onder controle te krijgen, dan heeft dit vaak grote gevolgen voor de ontwikkelen. Kinderen die op jonge leeftijd epilepsie aanvallen krijgen ontwikkelen zich vaak minder goed dan kinderen die op latere leeftijd last krijgen van epilepsie aanvallen.
Levensverwachting
De levensverwachting van kinderen met een hemimegaencefalie hangt sterk samen met de ernst van de beperkingen en complicaties zoals zeer moeilijk behandelbare epilepsie of terugkerende longontstekingen. Kinderen met ernstige beperkingen kunnen een verkorte levensverwachting hebben. Voor kinderen met weinig beperkingen hoeft de levensverwachtingen niet verkort te zijn.
Kinderen
Het merendeel van de kinderen met een hemimegaencefalie zal op volwassen leeftijd zelf geen kinderen krijgen. Wanneer zij wel kinderen krijgen dan kunnen deze kinderen een verhoogde kans hebben om zelf ook een hemimegaencefalie te krijgen. Dit is met name het geval wanneer er sprake is van bepaalde onderliggende syndromen. Zie daarvoor het kopje hieronder over broertjes en zusjes.
Hebben broertjes en zusjes ook een vergrote kans om ook een hemimegaencefalie te krijgen?
Afhankelijk van de oorzaak
Wanneer hemimegaencefalie onderdeel is van een syndroom, dan hangt het van de manier van ontstaan van het syndroom af of broertjes en zusjes zelf ook een vergrote kans hebben om dit syndroom te krijgen. Dit is bijvoorbeeld wel het geval bij syndromen zoals neurofibromatose type I, Cowden syndroom en Tubereuze sclerose. Hierbij kunnen broertjes en zusjes tot 50% kans hebben om zelf ook dit syndroom te krijgen. Echter maar een klein deel van de kinderen met deze syndromen krijgt een hemimegaencefalie.
Bij syndromen zoals het epidermal naevus syndroom , het proteus syndroom of hypomelanosis van Ito, hebben broertjes en zusjes nauwelijks een verhoogde kans om ook zelf dit syndroom te krijgen, omdat deze syndromen meestal bij het kind zelf ontstaan en niet overgeërfd zijn van de ouders.
Ook bij kinderen met een hemimegaencefalie zonder dat er sprake is van een syndroom is het foutje meestal bij het kind zelf ontstaan. Broertjes en zusjes hebben dan nauwelijks een verhoogde kans om zelf ook een hemimegaencefalie te krijgen.
Een klinisch geneticus kan hier meer informatie over geven.
ECHO-onderzoek
Tijdens de zwangerschap wordt alle zwangeren de mogelijkheid geboden om bij een zwangerschapsduur van 20 weken een echo van de nog ongeboren baby te laten maken. Met deze ECHO wordt gekeken naar aanlegstoornissen van diverse organen, waaronder ook de hersenen. Op deze ECHO kan een hemimegaencefalie worden waargenomen. Milde vormen van een hemimegaencefalie kunnen worden gemist. Wanneer er afwijkingen worden gezien met behulp van de ECHO, wordt er soms voor gekozen om een MRI-scan te maken van de baby in de buik van de moeder.
Wilt u dit document printen dan kunt u hier een pdf-versie downloaden.
Links
www.bosk.nl
(Nederlandse vereniging voor motorisch gehandicapte kinderen en hun ouders)
Referenties
1. Hemimegalencephaly, a paradigm for somatic postzygotic neurodevelopmental disorders. Baek ST, Gibbs EM, Gleeson JG, Mathern GW. Curr Opin Neurol. 2013;26:122-7.
2. Hemimegalencephaly associated with congenital infiltrating lipomatosis of the face: a case report. Talamanca LF, Verdolotti T, Colafati GS, Bernardi B. Neuropediatrics. 2012;43:349-52.
Laatst bijgewerkt: 17 juli 2013
Auteur: JH Schieving
Heeft uw kind nog andere symptomen, laat het ons weten.